Het wordt door de NCB sterk afgeraden om bij een niet-NCB-gekwalificeerde instructeur een cursus of opleiding te volgen. Indien er geen toetsingsmoment plaatsvindt of er wordt getoetst door een niet-NCB-gekwalificeerde Instructor, dan wordt er geen NCB-erkend vaardigheidsbewijs of kwalificatie afgegeven. Een cursist die een NCB-erkend vaardigheidsbewijs of kwalificatie wil ontvangen, kan een aanvraag indienen bij de Toetsingscommissie. Hierbij worden resultaten van de cursus en de competenties van de cursist beoordeeld middels een intake en/of centraal examen.
Om te kunnen instromen moet iemand voldoen aan de gestelde eisen voor het betreffende niveau. Daarbij wordt gekeken naar eerder verworven competenties (EVC’s) of kwalificaties, de hoeveelheid praktijkervaring en eventueel relevante werkervaring. De instromingsprocedure gaat als volgt:
- Er wordt een aanvraag gedaan door het indienen van een ingevuld aanvraagformulier bij de Toetsingscommissie. De aanvraag bestaat verder uit een overzicht van competenties, kwalificaties en een logboek. In het overzicht van competenties en kwalificaties wordt kort omschreven welke kennis en vaardigheden iemand bezit, op welke wijze deze zijn verworven en waar deze zijn verworven.
- De kosten voor de dossierbeoordeling worden voldaan door de aanvrager. Deze kosten verschillen per niveau en worden vermeld in het aanvraagformulier.
- De Toetsingscommissie beoordeelt op basis van de aanvraag het vaardigheidsniveau van de aanvrager en op welk niveau de aanvrager examen kan doen. Als er onduidelijkheid bestaat over het vaardigheidsniveau kan er worden besloten dat de aanvrager een intake moet doen. De intake bestaat uit een mondelinge toetsing en/of een vaardigheidstest, onder toezicht van een NCB-gekwalificeerde Instructor, waar de aanvrager laat zien welke competenties hij bezit. De beoordelaar van de intake bepaalt op welk niveau iemand uiteindelijk examen kan doen.
- Na bepaling van het niveau gaat de aanvrager op voor een centraal examen. Tijdens het centraal examen worden de competenties van het betreffende niveau getoetst.
Voor de vaardigheidsbewijzen geldt dat de Toetsingscommissie op verzoek van een kandidaat op basis van eerder verworven competenties (EVC’s) vrijstelling kan verlenen voor bepaalde onderdelen van het centraal examen.
Voor de kwalificaties geldt dat de Toetsingscommissie op verzoek van een kandidaat op basis van eerder verworven kwalificaties vrijstelling kan verlenen voor het afleggen van een PVB. Op grond van eerder verworven competenties wordt geen vrijstelling verleend voor het afleggen van een PVB (zie Artikel 2.5 van het toetsreglement sport).